Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt houdt woensdagmiddag 6 september 2023 in perscentrum Nieuwspoort de derde Binnenhoflezing. Thema van de lezing is ditmaal: De Nieuwe Volksvertegenwoordiger.

Thema

Hoe sterk is de eenzame fietser die krom gebogen over zijn stuur tegen de wind | Zichzelf een weg baant, begint Boudewijn de Groot zijn lied over de toekomst van het kind op zijn schoot: Als hij maar geen voetballer wordt | Ze schoppen hem misschien half dooood.  Zou Boudewijn de Groot nu misschien ook zingen: Als hij maar geen Kamerlid wordt…?

Na de verkiezingen van 17 maart 2021 is de Tweede Kamer halverwege de rit. In deze parlementaire periode maken we een herwaardering mee van het ambt van volksvertegenwoordiger, na jaren van verzakelijking van de politiek, centralisatie binnen politieke partijen, negatieve aandacht voor zogeheten afsplitsers, zorgen om versplintering en een groeiende kloof tussen kiezer en gekozene. De een meer dan de ander geeft een nieuwe generatie Kamerleden vorm aan De Nieuwe Volksvertegenwoordiger. Hoe komen zij, eenzame fietser of niet, verder?

Hommage

Kort na het parlementaire jaar reflecteert de Binnenhoflezing hierop om er inzichten aan te ontlenen voor de komende tijd. Prof. dr. Jouke de Vries, voorzitter van het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen, hield in 2021 de eerste Binnenhoflezing en mr Chris van Dam, inmiddels voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, vorig jaar de tweede. De derde Binnenhoflezing is tevens te volgen via internet.

Initiatiefnemer van de Binnenhoflezing, bureau Schinkelshoek & Verhoog, draagt de lezing over aan een gelijknamige stichting die momenteel in oprichting is. Met de Binnenhoflezing brengt deze stichting ook een bescheiden hommage aan dit eeuwenoude regeringscentrum, waarvan de grootscheepse renovatie en vernieuwing loopt. Partners van de Binnenhoflezing zijn CAOP, Montesquieu Instituut, Nieuwspoort en ProDemos. Bureau Schinkelshoek & Verhoog is donateur van de stichting.

 

Binnenhoflezing 2023 over De Nieuwe Volksvertegenwoordiger

Een nieuwe generatie Kamerleden probeert het ambt van volksvertegenwoordiger opnieuw uit te vinden, als verbeten controleur van De Macht, met gevoel voor theater, in nauw contact met ‘de mensen in het land’, via (sociale) media ook en met buitenparlementaire actie.

Hoe komen de nieuwe volksvertegenwoordigers en hun fracties aan de juiste informatie en bouwen zij een positie op om de regering het vuur na aan de schenen te leggen? Hoe geven zij invulling aan hun gezag van medewetgever en vinden zij tijd om zich te verdiepen? Hoe dragen zij bij aan de rol van tegenmacht in een gezonde balans met de bestuursmacht en als speler in onze democratische rechtsstaat? Wat moet er (staatsrechtelijk) veranderen om de positie van individuele Kamerleden te versterken?

Burnoutfabriek

Kamerleden ontplooien zich bepaald niet in het luchtledige. Zeker ook in dit parlementaire jaar is er veel aandacht voor het instituut als sociaal deels onveilige omgeving en als burnoutfabriek voor Kamerleden zelf, hun fractiemedewerkers en voor de ambtelijke organisatie van de Tweede en ook Eerste Kamer.

Kamerleden doen hun werk dagelijks in een welhaast permanente interactie, zowel binnen de Kamer als met de regering, kiezers, uiteenlopende betrokkenen, journalisten, lobbyisten en adviseurs. De intensiteit van die interactie lijkt alleen maar toe te nemen, ook door de mogelijkheden die (sociale) media bieden. Zelfs persoonlijke veiligheid kan mede hierdoor gevaar lopen.[i]

Fortuyn-revolte

Te midden hiervan stuurden de kiezers in 2021 mensen vol idealen naar de Kamer. De herwaardering van het ambt van volksvertegenwoordiger die we in deze parlementaire periode zien, begon misschien al twintig jaar eerder met de Fortuyn-revolte. Helemaal sindsdien begon de zoektocht: hoe de kloof te dichten, hoe te verwoorden wat er leeft in het land?

Aanvankelijk ging de aandacht vooral uit naar stevige partijleiders die zeiden waarop het stond. Sindsdien zien we succesvolle afsplitsers voorbijkomen zoals de Kamerleden Wilders en Kuzu, maar ook gesneefde; wie heeft het nog over de heren Monasch en Bontes? Ook kwamen er nieuwe partijen op met nieuwe methoden voor wie zich niet gehoord voelde, zoals BIJ1, Partij voor de Dieren.

Hoe verder?

De gevestigde partijen keerden zich tegen deze zogeheten versplintering. Zeker ook sinds het ‘sensibiliseren’ van het Kamerlid Omtzigt zien we afsplitsers en hun nieuwe partijen ook als aanwinst voor een vitaal parlement.

Hoe voorkomen zij in hun omgang met andere Kamerleden en hun omgeving elkaar als vijanden aan te vliegen?[ii] Hoe temmen zij Het Monster van de Sociale Media en weten zij dit voor de wagen te spannen? Hoe profileren zij zich om de volgende verkiezingen te overleven? Hoe komen zij, eenzame fietser of niet, kortom verder?

 

[i] Uit een interview met oud-miniser drs W. (Wouter) Koolmees:

Waarom vertrekt u?

‘(…) Wat meespeelt is dat ik af en toe een beetje sip word, van de politieke cultuur, het gebrek aan nuance, de compromisloosheid, de beperkte vrijheid om openlijk te delibereren zonder dat je kop er meteen wordt afgehakt. Ik voel niet meer de energie om dit nog een keer vier jaar te doen. Ik heb debatten gehad waarvan ik dacht: gadverdamme, dit gaat hard op hard, op de persoon, niet gericht op samenwerking of oplossingen, maar op de leukste quote voor sociale media en het stukje in de krant. Ik wil juist wel samenwerking. Het afbrokkelen van de constructieve krachten binnen de politiek is eerlijk gezegd mijn grootste zorg.’

(de Volkskrant, d.d.16 januari 2022 onder de kop: ‘Mijn mindset: problemen, gezellig dat jullie er zijn!’)

Uit de brief 14.10.2021 van oud-, Kamerlid dr B.A.W. (Bart) Snels:

‘De Haagse politiek leek alleen nog te gaan over het beschadigen van anderen. Om de haverklap worden bewindslieden voor leugenaar uitgemaakt, worden ambtenaren in het beklaagdenbankje gezet, worden er moties van afkeuring en wantrouwen ingediend. Het was destructieve politiek die de boventoon voerde, zelden gericht op iets tot stand brengen in samenwerking met anderen. Dit is het grote taboe in het debat over de politieke bestuurscultuur: de wijze waarop de Kamer zelf functioneert. (…) Uiteindelijk gaat het erom dat we als politici in dienst van de samenleving goede wetgeving maken en het kabinet controleren’.

(Uit de afscheidsbrief 14.10.2021 van oud-Kamerlid dr B.A.W. (Bart) Snels aan de Kamervoorzitter)

[ii] ‘Een bepaalde mate van ideologische polarisatie is de basis van alle politiek, de brandstof van het debat. Zonder kunnen we niet’, zegt hoogleraar Sarah de Lange. ‘Je moet elkaar als tegenstanders in de politieke arena blijven zien, niet als vijand’.

(Politicoloog Sarah de Lange: ‘De liberale democratie verdient verdediging, een beter model hebben we niet.’ | de Volkskrant 12 november 2021)